Abel
Dat abces heeft er vast en zeker gezeten, want de antibiotica deed Abel weer een beetje opfleuren, maar toch bleef het knagen: het zal toch niet de tumor uit het oor zijn die zich ongemerkt had uitgezaaid? De antibiotica hielp wel, maar toch … voor mijn gevoel niet voldoende. Dus trok ik vandaag met Abel opnieuw naar zijn dierenarts. Zo van “ik moet waarschijnlijk gewoon geduld hebben, maar ik had hem ondertussen beter verwacht”.Ik had zo gehoopt dat die dierenarts eens had gelachen en had gezegd “ach robin, nog een beetje geduld, hij is op de goede weg”. Maar dat zei de dierenarts niet … de dierenarts zei “ik ook”…Er werd in Abeltje’s lip geprikt, de cellen werden bekeken onder de microscoop en de tweede dierenarts werd erbij gehaald. En waar ik voor had gevreesd werd door beiden uitgesproken: die stomme kanker!
Hier was niets meer aan te doen…het enige wat ons nog restte was hem met lood in de schoenen laten gaan.
Ach Abeltje, lief lief liéf Abeltje…
Je kon zo’n knorpot zijn, en toch sloot iedereen die jou ontmoette je in het hart. Je was zo’n karig oud mannetje, zo’n mannetje waarvan ik dacht dat hij alles kon overwinnen. Maar dit niet. Je had twee keer gewonnen van die stomme kanker, maar toen er geen oor meer over was om in te woekeren, kroop hij in je wang.
Lief ventje, het spijt me dat je niet langer van je hangmatje hebt mogen genieten, van je lekkere soepjes. En het spijt me vooral dat er niet sneller iemand hulp heeft gezocht bij het zien van jouw oortjes, want dat daar iets niet pluis was, dat kon je niet missen. Ach ventje, ooit leer ik toveren. Maar voor nu was dit de enige manier om je pijn weg te nemen.
Dag lief aapje, rust nu maar zacht
Ik zal je zo enorm hard missen hier naast mij.